’t Veerhuis heeft een rijke historie. Het pand is halverwege 1800 gebouwd en diende als veerhuis, waar passanten in de gelagkamer terecht konden voor een kop koffie of een borrel en voor een pontkaartje over rivier de Rijn. De sfeer van toen hangt er nog steeds, dat ervaart u op het moment dat u de drempel overstapt. Het pand is klassiek ingericht, elementen van vroeger combineren wij met een moderne touch zodat u nostalgisch en comfortabel kunt genieten.
Historie
Veerhuis gebouwd
Het huidige veerhuis is gebouwd omstreeks het jaar 1815. Het is opgetrokken in een landelijke, voor deze streek gangbare stijl. Details van het huis wijzen op wat neo-classicistische invloeden, de bouwstijl die aan het einde van de 18e en begin van de 19e eeuw nogal in de mode was. Het is een zogenaamde T-boerderij met een fors voorhuis en een dubbel bekapt achterhuis. Het achterhuis bood vroeger – naast de stalling van het eigen vee – stallingsruimte voor rijdend materieel en paarden. De gelagkamer is nog geheel in de oorspronkelijke staat. De toonbank en het buffet ademen nog de nostalgische sfeer van de 19e eeuw.
1850Gierpont
Omstreeks 1860 was er een gierpont, geschikt voor het overvaren van 130 personen of 30 ruiters met paard. Tevens was er een zeilpont voor 30 personen en een zeilboot voor 15 passagiers. Ook bezat men een roeiboot waar 14 personen mee konden worden overgezet en er was nog een zogenaamde ijsboot voor zes personen. Een overtocht koste toen 5 cent per persoon; een geladen kar bracht men 20 cent in rekening en een ruiter betaalde 15 cent. In de gelagkamer van het veerhuis hangt nog steeds het uit de vorige eeuw daterende reglement. Op dit omvangrijke plakkaat staan alle tarieven en regels die men op het Heusdense veer hanteerde.
1860Druk verkeer
Rond het veer was er druk verkeer. De oversteek werd veelvuldig gebruikt. Aan beide zijden van de Rijn waren steenfabrieken in bedrijf en hierdoor waren velen op het veer aangewezen. Goederen die het gebied voortbracht en natuurlijk goederen die moesten worden aangevoerd werden er overgezet. Arbeiders uit de Betuwe gingen naar de aan de Wageningse kant gelegen steenovens en van de Wageningse kant vonden velen hun werk in de Betuwe. Doorgaand vrachtverkeer – in die tijd nog kleinschalig – bracht het fruit naar het noorden en pakketdiensten voeren over naar bestemmingen in het rivierengebied.
1900‘Kom ons asjeblief hoale!’
Het kwam nogal eens voor dat men de laatste pont miste en dan zat men behoorlijk onthand! Dan werd er geroepen: ‘Kom ons asjeblief hoale!’. Vaak werd aan deze verzoeken gehoor gegeven. Dominee Van den Ent Braat klopte na een verlate reis veerknecht Arie Geurtsen uit zijn bed. Arie roeide hem over en werd de volgende dag door deze zieleherder rijkelijk beloond! Uitzonderingen werden er geregeld gemaakt. Als notaris Arends met zijn rijtuig over wilde steken om bij Van Esterik ‘onder aan de Greb’ haan- tjes te gaan eten, dan belde hij van tevoren op. ‘Zorg dat de pont aan de kant ligt, want ik kom er zo aan’. Als de notaris dan verscheen had hij lang niet altijd haast. Het kwam voor dat, terwijl de pont op hem bleef wachten, hij nog even het veerhuis inging, rustig een slokje dronk en daarna in alle rust zijn rijtuig besteeg en zich liet overvaren.
1900 - 1950Oversteken op ijs
Tot in het midden van de jaren zestig waren er veel winters met ijsgang in de rivier. Dit bemoeilijkt het varen enorm. Schotsen kunnen zich gemakkelijk tegen de stroomopwaartse kant van de pont ophopen en hierdoor wordt het varen op het laatst onmogelijk. Als de Rijn dicht ging zitten veranderde het regiem. Het was aan de eigenaar van de pont om het ijs op dikte te controleren en ter hoogte van de overvaart een overpad uit te zetten. Voordat het verkeer er over kon diende de baan zoveel mogelijk effen gemaakt te worden, omdat een rivier nou eenmaal ‘schots en scheef’ dichtvriest. Alle hoge punten en scherpe hoeken werden zo goed en zo kwaad als dat ging weggehakt, totdat er een zo egaal mogelijk overpad ontstond. De grenzen tot waar men zich mocht begeven werden met staken en groene takken afgebakend. Voor de overtocht over het ijs moest gewoon betaald worden. Als de vorstperiode lang aanhield werd de baan geregeld onder water gezet om het loopvlak effen te houden. Door het pad met zand te bestrooien hielden ze het zo veel mogelijk stroef en begaanbaar.
1960Hoog water
Hoog water is iets dat jaarlijks voorkomt. Eerst gaat het veer naar de ‘hoge kop’ en als het water nog verder stijgt wordt doorvaren onmogelijk. De veerweg komt dan onder water te liggen en het veer gaat dan dagen, soms weken lang ‘aan de ketting’. Recent was dit het geval in 1993 en bij de extreem hoge waterstand in februari 1995. De laatste jaren betekent dit voor de Midden-Betuwe een enorme verkeerschaos.
Als de veren van Wijk bij Duurstede, Eck en Wiel, Ingen, Opheusden en het Lexkesveer in Wageningen ‘er uit liggen’, moet al het noord-zuid verkeer over de verkeersbrug in Rhenen. Dan is pas goed zichtbaar hoe groot het aandeel van deze veren is in het dagelijkse woon-werkverkeer. Kilometers lange files wachten dan op hun beurt om over ‘die trechter’ [de Rhenense verkeersbrug] te kunnen.
Veerhuis heden
Door de jaren heen is het Heusdense veerhuis een begrip geweest. Iedereen in de verre omtrek kent het en is er wel eens aangestoken. Momenteel wordt het veerhuis gerund door de familie Vonk, die hun gasten voorzien van dezelfde gastvrijheid, kwaliteiten en service waar het veerhuis al meer dan 100 jaar om bekend staat. U kunt niet meer terecht voor een pontkaartje, maar wel voor een heerlijke lunch, diner of voor een drankje in de gelagkamer. Welkom.
2000 - Heden